Over naar Te Wai-pounamu (het Zuidereiland) en “vuurwerk” in Nelson
- Arjan
- 2 jan 2018
- 5 minuten om te lezen

Het was koud en nat in Wellington op de dag van onze overtocht van het Noordereiland naar het Zuidereiland en het waaide stevig bovendien. Vlak voor we de veerboot opgingen namen we nog een kopje koffie om op te warmen. Op de boot waagden we ons met enkele anderen op het bovendek en we hielden ons stevig vast aan de reling om niet omver geblazen te worden.
Langzaam voeren we de haven van Wellington uit en keken nog eenmaal wat weemoedig om naar het prachtige Noordereiland waar we een geweldige tijd hadden gehad. De wind trok nog eens extra aan nadat we de Fitzroy Bay gepasseerd waren. De golven waren hoog en we zagen albatrossen en pijlstormvogels er laag overheen scheren als ware luchtacrobaten.
Toen we het Zuidereiland naderden werden de golven kleiner en kleiner en brak de zon door. Het deed het zeewater fel blauw kleuren en de kust van het Arapawa eiland zag overweldigend groen door het eindeloze woud dat de heuvels bedekte.
We voeren langs een aantal mosselkwekerijen en kwamen uiteindelijk aan in Picton. Na een korte lunch vertrokken we naar Kaikura. Snelweg nummer 1 was gelukkig open. Ze zijn namelijk nog steeds bezig met de herstelwerkzaamheden van de hevige aardbeving (magnitude 7.8) die het gebied rond Kaikura heeft getroffen op 14 november 2016. De aardkorst werd destijds vele meters omhooggestuwd en vele kilometers wegen en spoorlijnen werden kapot gedrukt. Lees hier meer.
We overnachtten op een hele fijne vrij kamperen plek aan zee en de volgende ochtend gingen we walvissen spotten. We kochten eerst kaartjes en gingen daarna een fijne ochtend wandeling maken langs de kust van Kaikura. We keerden terug naar de haven voor de walvistoer. Deze begon met uitleg over de verschillende walvissen en vogels die in het gebied leefden. Na een half uur varen zagen we onze eerste potvis ooit!
We voeren 5 minuten mee met het grootste roofdier ter wereld en zagen haar daarna wegduiken met de bekende “tail flip”. Daarna werd de hand sonar ingezet en ontdekte de crew een aantal bultruggen in de buurt. De signalen waren toch te zwak zodat deze walvissen niet gelokaliseerd konden worden. De zoektocht werd dan ook na een 20 tal minuten gestaakt. Wel pikten we weer de geluiden van een potvis op. Deze walvis werd wel gevonden en al gauw zagen we een grote waterfontein omhoog spuiten uit het neusgat en konden we het dier in z’n volle glorie bewonderen.

Na het nemen van de laatste serie foto’s keerden we terug naar de haven. We trokken diezelfde dag verder door de wonderschone Leslie Pass en kampeerden in het kleine dorpje Rotherham. De volgende dag reden door het Tasman District nar naar het Nelson Lakes National Park.

Daar maakten we een mooie wandeling waarbij we in het laatste deel ervan door “Bellbird Forerst” liepen. Het bos deed zijn naam eer aan, want de zang van de vele Bellbirds (belhoningvogel) konden we van verre horen. We zagen er ook een groot aantal en hier waren ze minder schuw dan op de plekken waar we ze ervoor hadden waargenomen.
Die avond werden we tijdens en na het avondeten geterroriseerd door zwermen “sandflies”. Kleine prikbeestjes die je bultjes bezorgen, die langdurige jeuk veroorzaken. We hadden gelukkig een ruime hoeveelheid OFF! gekocht om ze van het lijf te houden. We doken snel de tent in om ons te verlossen van de bloedzuigers. In de ochtend waren de beestjes verdwenen en konden we rustig inpakken om onze weg te vervolgen naar Nelson, de plek waar we Nieuwjaar wilden vieren. We hadden gelezen dat hier een groot feest werd gehouden en het daarmee de leukste plek was op het Zuidereiland voor de jaarwisseling. We verbleven op de drukste camping van onze hele reis: 850 kampeerplekken telde deze populaire camping. Deze waren ook daadwerkelijk allemaal bezet. Gelukkig hadden we ruim van te voren geboekt. Ondanks dat het heel druk was, was het een prima verblijfplaats. Vlakbij het strand en met een niet al te krappe persoonlijke ruimte was het een prima uitvalsbasis. Ook reed er een dubbeldekker bus service van en naar het centrum van Nelson. We vroegen de chauffeur hoe het stond met het grote feest in de stad. Nou dat was maar een ruige drukke bedoening volgende hem, allemaal dronken mensen en er was geen doorkomen aan. Je kon maar beter Oud- en Nieuw thuis vieren! We wisten niet goed wat we ervan moesten denken en hadden heel veel zin om gewoon naar het feest te gaan. Zo waren we relatief vroeg op Oudejaarsavond in het centrum van Nelson en begonnen aan de kroegentocht. Nelson staat bekend om de vele brouwerijen in de stad. Dat komt mede doordat de hoofdmoot van de hop productie van Nieuw-Zeeland hiervandaan komt. De Duitsers die meer dan honderd jaar gelden in Nieuw-Zeeland arriveerden, brachten de biercultuur mee en nu zijn er 19 hop plantages verenigd in een grote coöperatie actief in en rond de stad. Wij proefden het bier in een aantal hele fijne bars: Sprig and Fern had er ook live muziek bij, de Free House zat in een oude kerk en had een enorm terras en Craft Beer depot was de kleinste van allemaal, maar had wel het lekkerste bier.
We kletsten in het laatste café met wat lokalen die fietsfanaat waren en kwamen een stel jonge Fransen tegen waarvan er één jarig was. Hij had van zijn moeder een enorme pot foie gras meegekregen uit Frankrijk en trakteerde dit met een stokbroodje erbij. Het was 23:00 en we waren klaar voor het grote feest en liepen na het laatste biertje nar het hoofdpodium. Er hadden zich een paar duizend man verzameld, maar van een massale toeloop was geen sprake. Het viel ons op dat er ook enorm veel politie zichtbaar op de been was. De band op het podium speelde jaren 80 covers en het verbaasde ons dat de ze niet de knallerhits speelden zoals wij die kennen, maar net een ander minder bekend nummer. Om twaalf uur werd er afgeteld en er volgde een zwak knalletje uit een tweetal confetti kanonnen, waarna een wel heel aandoenlijke hoeveelheid confetti neerdaalde op het publiek.

De vuurwerk “show” volgde direct erna en duurde wel een tweetal minuten met vuurwerk waarbij onze kleine neefjes in slaap zouden zijn gevallen. Toen was het feest daadwerkelijk voorbij. De mensen die wat bubbels hadden meegesmokkeld voor het podium (zelf meegebrachte alcohol was ten strengste verboden) hadden nog net in het geniep 1 glaasje kunnen nuttigen. De mensen begonnen allemaal weg te lopen van het podium. Bij navraag hoe het nu verder ging met het feest, vertelde een Nelsonian ons dat de meesten op de parkeerplaatsen verder gingen drinken. De cafés en restaurants sloten namelijk de deuren. Ietwat beteuterd kropen we in een taxi en keerden terug naar de camping. Gelukkig hoefden we aan de taxi chauffeur niet uit te leggen waar onze tent precies stond. Hij woonde namelijk al jaren op de camping en reed ons in een vloeiende beweging naar ons stekkie. We hadden geleerd wat we gedurende ons verblijf eigenlijk al eerder was opgevallen: het gaat er in Nieuw-Zeeland heel rustig aan toe. Zo zaten we op Nieuwjaarsdag relatief vroeg met een kopje koffie en een boekje in de ochtendzon.
Na een prachtig lange strandwandeling over het strand van Tahunanui keerden we terug naar onze tent om deze af te breken. We hadden de weersverwachting in de gaten gehouden en zagen dat er drie dagen van zware regenval zat aan te komen.

We hadden hierop geanticipeerd en voor drie dagen een Airbnb geboekt. Konden we even lekker aan ons blog werken om daarna door te reizen naar het Marlborough wijngebied.
Comentarios