Vancouver Island
- Andrea
- 29 jul 2017
- 4 minuten om te lezen
De overtocht vanuit Vancouver, die zo mooi had moeten zijn, was een beetje druilerig, maar toch bekend: hier waren we met de Alaska Marine Highway veerboot al eerder langs geweest. De magische mist gaf een heel ander karakter aan de eilanden, en nu kwamen we dicht genoeg bij om de prachtige villa's aan de waterkant te bekijken. Dit is waar Canada's meest gefortuneerden een huis hebben, en de minder bedeelden hun vakantie vieren.
We merkten direct hoe geliefd dit eiland is: de boot had stampvol gezeten, en ook bij het kampeerterrein hadden we het geluk om nog net de laatste plek te kunnen krijgen - verder was alles vol of gereserveerd. Dit zou een terugkerend ritueel worden in Canada: elke ochtend pakten we het tentje in, reden we naar een volgend kampeer terrein, en hoopten we dat we daar de eerst vrijgekomen plek konden krijgen. Als dat lukte, was het meestal voor maar 1 nachtje. Zo stuiterden we van camping naar camping, en zagen we het hele eiland.
Heel erg vonden we dit niet, er was genoeg te zien en de vogels lieten zich gewillig fotograferen.
Het toeval werkte in ons voordeel: Christy en Andreas, die we nog kenden van de beruchte boot naar Panama met Captain Grumpy, waren toevallig ook op het eiland. Christy's ouders hebben daar een huis, dat prachtig aan het strand ligt, en uitgerust is met een heel arsenaal aan kajaks en Stand-up-paddle boards. Het was een vrolijk weerzien, en we peddelden er op los. 's Avonds werden we getrakteerd op de beste schaaldieren die we ooit aten. "Die plukken we hier gewoon van het strand", zei Christy, terwijl we bij het fornuis stonden en de clams rechtstreeks uit de pan aten. Dankbaar dachten we terug aan de zalm in Alaska, de krab in San Juan, en de kreeften in Belize, en maakten we een extra aantekening in onze smaak-herinnering, om ook deze ervaring niet meer te vergeten.
Jullie moeten absoluut naar Tofino, zei Christy, dat is het mooiste strand van het eiland, en bovendien is de weg er naartoe, dwars over het eiland, prachtig. We moesten het met haar eens zijn - de weg leidde langs oerbossen met massieve bomen, en imposante rotsformaties. Het was prachtig, maar ook hartstikke druk met auto's en campers. We vreesden voor een kampeerplek in het hippe Tofino.
Het begon al te schemeren toen we aankwamen in Tofino, en daarom leek het extra romantisch om te kamperen aan zee. We waren dolgelukkig met het laatste kampeerplekje, en nog wel op zo'n idyllisch strand! En tot onze vreugde was dit ook de eerste camping, waar je gewoon een vuurtje mocht stoken - niks Fire Ban! We waren opgetogen, maar dat was van korte duur.

We begrepen al snel dat deze romantiek een prijs had. De tentjes stonden hutje mutje boven op elkaar, wat nog acceptabel was, totdat onze buren, 4 tieners zonder 'partental guidance', het een geweldig idee vonden om een groot vuur te maken, om 12 uur 'snachts. De geur van rook zou tot Los Angeles in de tent blijven hangen - maar gelukkig geen brandgaten door knetterend hout... Ook de sanitaire voorzieningen waren niet om over naar huis te schrijven. Letterlijk - we zullen de details uit het verhaal houden, maar het gemiddelde party-hostel in Zuid Amerika stak er bij af als een Hilton. De enorme slak die we in onze tent vonden, maakte de ervaring helemaal af. Zie hier de horrorfilm om helemaal mee te leven.
Toch lieten we ons niet uit het veld slaan - we hadden tenslotte de wildernis van de Amazone en de haaien van de Galapagos overleefd, dus ook voor een slak en een paar bronstige tieners draaiden we onze hand niet om. We genoten van het uitzicht, maakten lange strandwandelingen, en Arjan deed een legendarische aankoop: een Growler van de Tofino Brewery.


Het fenomeen Growler: Een growler ziet er uit als een enorme fles jodium. Maar het is bier. We waren in Seattle al door Elliott ingelicht over deze nieuwste trend in Hipster-land, om en nabij stap 8 van gentrificatie. Een beetje hipster drinkt namelijk geen Budweiser (te volks) of import-Heineken (te pretentieus), maar bier van een Micro-Brewery. Dat is een kleine brouwerij, met de biervaten in een schuurtje in z'n achtertuin, die met organisch geteelde hop een linksgedraaide, bio-vriendelijke IPA (Indian Pale Ale) maakt. Als je dergelijk Designer-Bier wilt drinken, maar je bent begaan met het milieu en wilt niet steeds die blikjes kopen, dan neem je je eigen fles mee. Niet zo maar een fles waar ooit cola of rum of insectenverdelger in gezeten heeft, maar een knappe fles die qua branding aansluit bij je bier-beleving, en daarbij een ingetogen statement maakt over je hipster-ranking. Tofino Brewing Company, bij een surfer-walhalla op het mooiste strand van het Noord-Westen, is daarmee een perfecte keuze, zodat we bij elke micro-brouwerij in onze reis, waar Arjan z'n Growler liet vullen, een geringde hipster-wenkbrauw subtiel omhoog zagen gaan.
Op de terugreis van Tofino stopten we een nachtje bij het kraakheldere Spruce Lake, waar we historische geogliefen bekeken, en Arjan probeerde een bever op de foto te zetten, maar zich tevreden moest stellen met alleen de bever-dam.
Terug op de boot terug naar het vasteland, was de mist was opgetrokken, en gaf de zon een spectaculaire voorstelling. We zagen Vancouver in de verte liggen, als een pronkjuweel met gouden rand, en voelden ons helemaal thuis in Canada.














































































Opmerkingen