top of page

Yogyakarta: hart en ziel van Indonesië

  • Arjan
  • 25 sep 2017
  • 4 minuten om te lezen

Als er één plek in Indonesië in aanmerking komt als culturele hoofdstad dan is het Yogyakarta. Waar Jakarta de kolkende, dynamische, moderne, vieze en overvolle wereldstad is, is Yogyakarta de rustige, traditionele, kleinschalige, overzichtelijke provincie stad. Niet dat het een kleine stad is: met z’n dik 4 miljoen inwoners mag je toch spreken van een metropool. Feitelijk is het een oude centrale grote stad met in een heel rap tempo eraan vast gegroeid 65 kleine steden. Het samenklonteren van deze steden gebeurde zonder enig centraal beleid of visie zoals wel vaker het geval is in Indonesië. Dit merk je dan ook op straat. Ja het is hier en daar best druk op straat, maar de echte dynamiek van een wereldstad is afwezig. Dit komt door het ontbreken van een echt CBD (central business district), het afwezig zijn van hoogbouw van formaat, geen tram of metro en veel, heel veel kleine middenstand zonder echt grote winkelketens. Wat het wel heeft: een overdaad aan klassieke kleinkunst en cultuur. Batik, ballet, wajang shows, poëzie en theater. Ook is Yogjakarta het centrum van educatie in Indonesië (het heeft als bijnaam “Kota Pelajar” oftwel Studentenstad). Feitelijk telt het oude centrum niet meer dan 400.000 inwoners en is heel overzichtelijk. Middelpunt is het kraton, het paleis van de sultan. Een prachtig ommuurt complex. Wij zijn er vroeg in de ochtend per fietstaxi naartoe gegaan. De eigenaar had z’n fietstaxi een duidelijk Nederlands thema geven: oranje beschildert met als hoofdtekst “haastige spoed is zelden goed”. Hij kende ook wat oud Nederlandse liedjes zoals Sinterklaas kapoentje. Hij was heel goedlachs en vond het leuk om Nederlands met ons te oefenen. Gedurende de rit naar het Kraton werd er dus veel gelachen en gezongen. In het Kraton bleek de Sultan te beschikken over 25.000 personeelsleden die vrijwel allemaal binnen de muren van het complex wonen.

Er zijn zo’n 2000 mensen tegelijkertijd aan het werk. Ze voeren voorstellingen op, doen onderhoud, koken voor de familie of houden zich bezig met het maken van batik kunst en wajang poppen. Veel zijn bezig met het voorbereidingen van ceremonies en andere belangrijke wederkerende evenementen. Waar de andere 23.000 dienaren zich mee bezig hielden zijn we niet achter gekomen. Wij keken die ochtend naar een boeiende uitvoering van Javaanse dans, zang en muziek.

We bewonderden de prachtige architectuur van de bouwwerken in het Kraton en bekeken de vele giften die de sultan van verschillende wereldleiders had ontvangen. In de middag dronken we een kopje Luwak koffie en aaiden een civetkat over zijn slaperige bolletje om vervolgens de kunst van het snijden (uit leer van een Javaanse os) en schilderen van wajangpoppen van dichtbij te bestuderen.

Met een maaltijd in de Saté Bar besloten we de dag. Voor het volgende cultuurelement moesten we vroeg uit de veren.

We zouden de beroemdste tempels van Indonesië gaan bezichtigen. Hoogtepunten van de Boeddhistische en Hindoeïstische cultuur op Java zo rond 800 nC voordat de islam haar intrede deed en de belangrijkste religie zou worden met de daarbij behorende architectonische bouwwerken. In de ochtend bezochten we Borobudur en in de middag Prambanan. De taxichauffeur begon om 3:30 in de ochtend al aan de upsell: waar gingen we morgen heen? Zouden we niet een vulkaan willen bezoeken? Of misschien naar een strand? Hij bleef maar aandringen. Toen besloten we maar om geen antwoord meer te geven en hem lang zwijgend aan te kijken in de achteruitkijkspiegel. Een prima afwimpel tactiek, zo bleek. Eenmaal aangekomen bij de Borobudur tempel moesten we met de meegenomen Cooper fles wijn door maar liefst drie checkpoints. Bij de laatste werd de fles opgemerkt en moesten we duidelijk maken dat die zeker niet werd opengemaakt en genuttigd op het tempelcomplex. Blijkbaar was ons verhaal overtuigend genoeg en werden we doorgelaten. We klauterden verder omhoog waar we met een hele hoop andere toeristen (we hadden een Indonesische feestdag uitgekozen voor de tempelbezichtigingen) het beste fotoplekje zochten om de zonsopkomst vast te leggen. Een foto maken (met de fles wijn) zonder andere toeristen was nog niet zo makkelijk. De opkomende zon met de laaghangende mistflarden in de omringende bossen maakten het tot een wonderlijk mooi schouwspel.

Na dit moment liep de grote massa weg en konden we ons eens verdiepen in de prachtige details van de typische Boeddhistische beeldsculpturen. In de middag was het tijd voor het hoogtepunt van de Hindoeïstische cultuur: Prambanan. In de verzengende hitte scharrelden we langs de historische tempels met binnen in deze bouwwerken de beelden van de goden met de onvermijdelijke wierrook eromheen.

Om ons volledig onder te dompelen in de tempelwerken leek het ons een goed idee om op de terugweg ook even langs te gaan bij Candi Plaosan Lor. Heel mooi, maar meer van hetzelfde. Na 15 minuutjes vonden we het welletjes en sprongen in de taxi terug naar Yogjakarta. We hadden in Prambanan lucht gekregen van het feit dat er in op bepaalde avonden een grootse Javaans balletvoorstelling werd opgevoerd in een odeonachtig theater als onderdeel van het Prambanan complex. Tot onze grote vreugde was er een voorstelling de dag erop en we verzekerden ons direct van VIP tickets. Zo waren we de volgende dag in de avond weer terug in Prambanan. Bij aankomst namen we plaats op onze stoelen en zagen als achtergrond de werkelijk prachtig uitgelichte tempels. Een sprookjesachtige omgeving en we verheugden ons nu nog meer op de balletvoorstelling. Het was een prachtig stuk.

Het verhaal is flinterdun met een sultan die verliefd wordt op een prinses. Er is een slechterik, er zijn magiërs. De prinses wordt ontvoerd, er volgt strijd en legers komen tegenover elkaar te staan. Een groot spektakel met vuur volgt en uiteindelijk komt alles goed. De dansbewegingen zijn soepel met de zo kenmerkende Javaanse dansbewegingen. De armen en handen worden door een soepel draaiend polsgewricht bewogen als een dansende slang. De voeten worden geheel naar buiten gedraaid in een 180 graden hoek met het lichaam (de tenen wijzen naar buiten), waarbij tegelijkertijd in die houding wordt gelopen en zelfs gesprongen.

Het vergt een geweldige controle van het lichaam. De dans wordt begeleid door gezang en de typische gamelan klanken: de Indonesische variant van de xylofoon. Samen met de mooie belichting en het enthousiaste (enigszins rumoerige) publiek maakte het tot een topavond. Een mooie afsluiting van ons bezoek aan de culturele hoofdstad van Indonesië.

Comments


bottom of page