De Quito loop
- Andrea
- 27 jan 2017
- 4 minuten om te lezen

Het is misschien niet zo aardig voor Peru, maar ik was maar wat blij dat we aangekomen waren in Ecuador. Natuurlijk hebben we geweldig mooie dingen gezien en gedaan in Peru - getuige de blogposts hiervoor - maar de laatste periode was het weer vooral koud en nat, en het land stoffig en dor. Vandaar dat we besloten om vanuit Cusco in 1 keer door te vliegen naar Quito. Op naar de groene heuvels en de warmte, maar vooral met een belangrijke opdracht: het regelen van een last-minute Galápagos cruise, zodat Willem en Tiny voor die gelegenheid konden aanhaken. De eerste dagen in Quito hebben we dan ook weinig toeristen dingen gedaan, maar zijn we kris-kras door de stad de reisbureau’s afgelopen om uiteindelijk een super-de-luxe catamaran te boeken. We konden het de ouders toch niet aandoen om in een kleffe boot vol backpackers te gaan, en elke avond in een stapelbed te moeten klimmen in een hut zonder ramen. Lees het Galápagos verslag HIER.
In Quito hadden we het genoegen om te mogen logeren bij vrienden van Arjan, die hij nog kende uit zijn kleurige Vera / Dio-Bier verleden. Het was bijzonder gezellig met Iván en Magriet, en hun kinderen Yulia (5) en Elías (3), die het ook wel spannend vonden om Nederlandstalig bezoek te hebben. Iván werkt voor de Minister van Buitenlandse Zaken in Ecuador, en is daardoor sterk betrokken bij de ontwikkelingen in het land. Het was bijzonder om van zijn inzichten te leren; hoe deze regering veranderingen heeft gemaakt, en investeert in allerlei sociale voorzieningen, zoals het wegennet, universiteiten, ziekenhuizen, etc. Ook Magriet kon een boekje opendoen over werken en wonen in een ander land; verschillen in ‘afspraak-is-afspraak’, werk-ethiek, en ‘hoe vier je een verjaardag’. Dat laatste hebben we van dichtbij kunnen meemaken bij het verjaardagsfeestje van Yulia, die 5 werd. Dit werd gevierd met een door Magriet gefabriceerde piñata, die door de aanwezige kinderen met een knuppel aan gort werd geslagen, waarna ze zich vol overgave op de vrijgekomen snoepjes worpen (filmpje). Elk kind mag één keer slaan, en is dan de volgende aan de beurt, had Magriet door schade en schande geleerd. Bij eerdere verjaardagsfeestjes had ze alleen de jarige aan de beurt gelaten, wat een groep huilende kleuters had opgeleverd. Zo moet het dus niet.
Het was reuze gezellig bij de family, maar in Quito helaas nog steeds koud en nat, dus hebben we ons reisplan voor de verandering laten leiden door het weerbericht. Zo kwam het dat we langs de vulkaan Cotopaxi zijn gereden (foto gemaakt uit het raam), en rechtstreeks doorgegaan zijn naar ‘adventure sports capital of Ecuador’ Baños. Je kunt daar wildwater-raften en zip-linen en downhill-biken en canopy-diven en spelonk-duiken en kloof-abseilen en wat dies meer zij. Maar wij hebben vogels gekeken. Heel avontuurlijke vogels wel, zoals de roest-rug-oropendola, de geel-stuit-berg-buidel-spreeuw en de rood-oor-berg-tangare. En, het was lekker warm in Baños, dus de wandeltochten door de omringende bergen, en de fietstocht langs de vele watervallen waren bijzonder aangenaam.
Geïnspireerd door het rijke vogelleven in Baños besloten we om via de oost-route terug te keren naar Quito, via vogelparadijs Tena, op de rand van nevel- en regenwoud. De temperatuur was dermate aangenaam, dat we aan het zwembad hebben gehangen, terwijl de vogels voor onze neus langs vlogen, en de apen boven ons hoofd door de bomen slingerden, en sommige apen zelfs op het terras aanschoven. Nee, daarmee doel ik niet op andere hotelgasten van twijfelachtig gedrag, maar daadwerkelijk op slingerapen die bij de keuken kwamen vragen om een broodje én een banaan, die ze dan opgekruld in hun staart met zich mee namen, om het trucje een uurtje later weer te herhalen. Hele dikke apen dus.
Eén van de bijzonder prettige kenmerken van Ecuador is dat de afstanden klein, en de wegen in uitstekende staat zijn. Zo kun je in een paar uur reizen, heel verschillende landschappen zien. Vanuit de jungle in Tena was het dan ook maar een paar uur naar het noorden reizen, naar de thermen van Papallacta. Dat ligt zo hoog, dat het gras ’s ochtends bevroren is, merkten we bij onze ochtendwandeling door de paramo van Parque Nacional Cayambe - Coca. In de avond kan je in de warm-water-bronnen zitten, die uitkijken op besneeuwde vulkanen. Met de vuurvliegjes en de kolibries om je heen heeft het iets magisch.
Met zo veel verschillende indrukken in zo’n korte tijd waren we ernstig onder de indruk van Ecuador. Zeer benieuwd naar wat dit land ons nog meer kon laten zien, kwamen we aan bij hypermoderne Quito Airport, om Tiny en Willem op te halen, en samen naar Quito terug te gaan.
Het leek wel een scene uit Hello Goodbye, zoals ik stond te snotteren bij het weerzien van mijn ouders, die een paar dagen mee zouden reizen naar de Galapagos eilanden. Arjan en ik hadden braaf ons huiswerk gedaan, dus de cruise was geboekt, de stad pre-verkend, en we hadden een backpacker / hostal-achtig onderkomen geboekt. Net genoeg om de ‘travel vibe’ mee te krijgen, maar ook niet zo dat ze elke avond blootgesteld zouden worden aan beer-pong en wiet-wolken. In de twee dagen voor vertrek naar de eilanden was er net genoeg tijd voor een stadswandeling langs het oude centrum, kerken, en bejaarde mannetjes op bankjes. Ook lukte het ons om een bezoek te brengen aan maar liefst twee musea: Het Museo del Ciudad, en het indrukwekkende Capilla del Hombre / Guayasamin-huis.
We dronken tamarinde en naranjilla sap op de Mercado Central, terwijl een gepassioneerde zanger ons een serenade bracht (filmpje). We hadden lunch in zeer diverse etablissementen: de eerste dag in een traditioneel restaurant met een vaste lunch formule - soep, rijst met vlees, en een sapje. Willem’s soep had zelfs een hele kippenklauw, maar dat mocht de pret niet drukken. Sterker nog, het contrast kon niet groter zijn met de volgende dag, toen we door Willem werden getrakteerd op een verlate verjaardagslunch bij het hippe Zazu.
Tot slot mochten we, op de avond voor vertrek naar de Galápagos eilanden, aanschuiven bij Iván en Magriet, voor een lekker hapje en een voorlees-uurtje. Met de drukke dagen achter de rug, de jet-lag, en toch wel wat last van de hoogte (Quito ligt op 2500 meter), zagen we er naar uit om een paar dagen rond te dobberen en goed verzorgd te worden op de eilanden.




































































































Opmerkingen